“No hanky panky!”
Gehoorzaam volgen wij de priester naar de ondergrondse kerk. Zodra hij een kruis heeft geslagen met zijn hand, kijkt hij ons streng aan. “Jullie zijn toch christenen? Ja? Sla dan een kruis bij iedere afbeelding van Jezus”; zegt de orthodoxe priester verbaasd. Om elf uur ’s avonds gaat hij ons voor in de rondleiding door zijn kerk. Op weg naar onze slaapplek.
Onderweg van in Syrie, zijn we op weg van Crac des Chevaliers naar Hama en besluiten de kleinste weggetjes binnendoor te nemen. We komen in een vruchtbare vallei uit, waar de akkerbouw floreert en de bomen vol met vruchten hangen. Het valt ons op dat er in ieder dorp een kerk staat in plaats van een moskee. Wij zijn in een christelijke enclave van dit moslimland terecht gekomen.
Een vallei betekent ook veel klim- en afdaalwerk voor Miles. Hij heeft het er moeilijk mee. Er heerst een hittegolf in Syrie en de temperatuur reikt tot veertig graden. Het is heet. In de auto komt het zelfs tot 47 graden. De verwarming moet aan en de motorkap staat tijdens het rijden open door middel van een houtblok om te koelen. Het zweet staat op onze voorhoofden en we drinken iedere tien minuten een halve liter water.
Als Miles bijna naar boven gekropen is, arriveren wij op een klein dorpsplein. De temperatuurmeter staat tegen het rood en we stoppen voordat het te laat is. Terwijl we de motorkap opengooien, komen er een aantal mensen naar buiten lopen en wijzen naar de achterband. Die is ongemerkt aan het leeglopen. Met hulp van de dorpelingen verwisselen wij de band en worden daarna op thee getrakteerd tot de motor weer is afgekoeld. Je hoeft in Syrie niet om te komen van de dorst. Zodra je ergens stopt, wordt je wel door iemand uitgenodigd voor een kop thee.
Liefkozingen door dorpsgek
Aan slaapplaatsen heerst ook geen gebrek. Als het donker begint te worden, passeren we net een gezellig uitziend theehuis in de bossen. We gaan onder het genot van een bakje thee en een kebabje het plan voor de avond bedenken. Maar in Syrie denk je niet alleen. Voordat we de auto zijn uitgestapt, heeft de lokale dorpsgek de arm van Leon al te pakken en sleurt hem mee naar het theehuis. Claire blijft nog even in de auto om naar huis te bellen.
“I love you very much”; vertelt de oude man, terwijl hij liefkozend Leon zijn onderarm streelt. “Sorry, but I’am already married and there is only room for one in our car”; probeert Leon nog. Maar een nieuwe vriendschap is geboren en de dorpsgek heeft zijn hart vergeven. Als Claire voor zijn gevoel te lang wegblijft, plukt hij snel een paar hyacinten en stuift naar de auto toe. Hij duwt de bloemen bij Claire onder de neus en neemt haar mee naar ons tafeltje. Als hij Claire naar binnen heeft gelokt, verdwijnt hij naar een andere tafel waar net een gezinnetje zit te eten. Met de man van het gezelschap in de hand, komt hij naar ons toe lopen. ” Hello, I’ am George and my friend asked me to translate. This is the owner of the place and he is from a famous family of priest, introduceert George de ‘dorpsgek’. Oeps, misschien hebben we iets te snel geoordeeld.
Dan blijkt snel dat de man niet een schroefje los heeft, maar gewoon last heeft van een borrel teveel. Wij zijn het niet meer gewend om dronken mensen te herkennen, dus krijgen ze meteen het label: DG. ‘DorpsGek’. En deze DG is ook nog een zoon van een priester en eigenaar van een horecagelegenheid. We worden verzocht om goed te eten en te drinken. Daarna kunnen we bij hem thuis blijven slapen, of in de auto tegenover het theehuis. We dringen aan om toch maar hier te slapen. Bij hem thuis voelt niet helemaal goed. Na over en weer beleefdheden te hebben uitgewisseld, staat hij erop dat we met hem zijn familiekerk bezoeken om daar te blijven slapen. Dat is veiliger dan hier aan de straat.
Slapen in een koptische kerk
We laten ons verleiden en na het eten volgen we zijn auto, met George achter het stuur, naar de kerk. Boven op een berg zien we een kerk in aanbouw staan. We moeten hard aan de bel trekken om de aanwezige priester uit zijn slaap te halen. “Natuurlijk kunnen jullie in het Huis van God blijven slapen. Ik heb zelfs nog een bankje vrij”; vertelt de heiligman vol enthousiasme. Weer een zieltje voor een nacht buiten slapen gered denkt hij waarschijnlijk. ” And no hanky panky”; vertelt hij indringend, voordat we ons te rusten leggen. Wij slapen in de kerk zelf onder de afbeelding van het laatste avondmaal van Jezus. Het voelt een beetje raar. Onder het licht van vele kaarsjes die branden, vallen we in een diepe slaap.
Hoe kan het toch dat Syrie bij de ‘Axis of Evil’ thuishoort volgens onze Amerikaanse vriend Bush? Gastvrijheid is waarschijnlijk het wapen waarmee de Syriers hun oorlogen uitvechten. Wij kunnen ons geen ander middel bedenken, waarmee Syrie een strijd kan winnen. Maar naast al deze gastvrijheid, troffen wij ook een straffe tekst aan, die oproept tot strijd tegen Amerika, Israel en de VN. Verborgen achter al de gastvrijheid schuilt ook een duistere kant. Een verdeeld land, geregeerd door een dictator. Als dat maar goed gaat (Syrie 2007).
India in de modder
De reisverhalen van Miles To Go brengen ons naar de landslides in de Himalaya van noord India en de gastvrijheid in McLoud Ganj.
Haar eerste keer
Een reisverhaal over de eerste keer. We reden met onze Land Rover van Egypte van Jordanië. Daar gebeurde het..