De glimlach van een gastarbeider
Libië, een land verborgen achter de olie en de vooroordelen. Een land waar Gadaffi de langst regerende leider is van het Afrikaanse continent en zijn land leidt met een droom; een verenigd Afrika zonder hulp van de Westerse wereld. Een droom die zich uit in de vele nationaliteiten die het zandrijke staatje aan de Middellandse zee vult. Tunesiërs, Indonesiërs, Egyptenaren, Nigerianen, Sudanezen, Indiërs en nog veel meer moslims bevolken het land. In de korte tijd dat we door Libië rijden ontmoeten we veel vriendelijke gezichten met de beste bedoelingen.
Vaak zijn het niet eens Libiërs die we spreken, maar ‘gelukzoekers’ uit moslimlanden die eenvoudig een visum voor Libië krijgen. In de horeca zijn alle banen bezet door Tunesiërs of Egyptenaren die hier een boterham proberen te verdienen en in de bouw zie je veelal zwarte gezichten die de bakstenen verplaatsen. En waar zijn de Libiërs? Die racen met hun auto over de snelweg, waar ze bezig zijn hun voet zo diep mogelijk in de rechterhoek te duwen, omdat het benzineverbruik hen niet deert. De brandstofprijs speelt hier geen rol. Met zes eurocent per liter mag er wel iets harder gereden worden, of een litertje verspild worden met tanken.
Zo komt het voor, bij ons, dat je de hele dag in een diesellucht hangt, omdat mijnheer de pompbediende graag de tank wil vullen tot over het ontluchtingsgaatje. Dan verdient hij namelijk weer twee eurocent meer! In Leptis Magna mogen we beleven hoe het voelt om constant gefotografeerd te worden. De beroemdheden uit Nederland worden zo vaak vastgelegd dat het moeilijk is om nog beleefd te blijven. Er zijn die middag busladingen met moslims uit de hele wereld op bezoek. Vooral de Indonesiërs willen graag met twee grote blanke mensen op de foto. We worden constant gevraagd voor een fotosessie. Claire heeft het zelfs nog moeilijker. Het is blijkbaar in Indonesië heel erg populair om met een grote meid op de foto te staan. Ze slaat die middag haar arm om meer mannen heen dan menige vrouw in haar hele leven.
De Libiër zelf is iets bescheidener. Hij leeft in een vroom land, waar de televisie zelfs enige censuur bevat. In een hotel zien we een stukje van Thelma en Louis en betrappen de Libische televisie op het wegsnijden van een verkrachtingsscène. De mannen hebben door deze kuise omgangsvormen ernstig te leiden. Dat is duidelijk te merken als ze hun blikken begeleiden met fantasieën als ze eindelijk een vrouw zien passeren. Laat staan een westerse vrouw. Ze laten je met rust maar de opengevallen mond vol druppend speeksel verraad meer hormonen dan de broek kan verbergen. Zijn vriendelijkheid gaat dan ook vaak gepaard met een snelle blik op al het vrouwelijk schoon van Claire.
De Libiërs zijn zelfs zo bescheiden dat ze vergeten dat er ook mensen zonder kennis van de Arabische taal door hun land reizen. De verkeersborden en uithangborden zijn enkel in het Arabisch en dwingen ons vaak om te stoppen voor het bord om uit te zoeken welk krabbeltje nu welke richting betekent. Deze dwaling voor buitenlanders wordt dan weer ruimschoots gecompenseerd door de goede kennis van de Engelse taal van de gemiddelde inwoner.
In Libië kom je snel iemand tegen die je wil helpen en je ook nog verstaat. Dit gaat zelfs zo ver dat ze voor je uit rijden om de weg te wijzen naar de verschillende loketten die je moet passeren voordat je de grens over mag. Een mooi land met bijzondere mensen, dat helaas nog verborgen gaat achter de machtige wereld van de olie. Maar je komt er gewoon Nederlanders tegen die er op vakantie gaan!
Vriendschap in klein Tibet
We gaan een gesprek aan met een monnik in ballingschap over vriendschap en hoe je het kunt meten.
Kamperen op de smeerput
Miles To Go brengt je naar Nepal. Daar kamperen we met de Land Rover een week op een smeerput om de nodige reparaties te verrichten.