De verloren liefde
We zijn met twee Ieren met een Land Rover Discovery en een Noor met een Yamaha XT600 onderweg om de Sahara van zuid naar noord te doorkruisen. We proberen de grens met Niger en Algerije in het Sahara zand te overbruggen. We zijn op pad met onze Touareg gids Djaffar en rijden van zandduin, naar zandduin. Claire vertelt…
De oversteek van de Sahara
Wat een dag! Het is lang geleden dat ik zo bang ben geweest. De start is zoals gebruikelijk. Langzamer als wijzelf zouden willen. We staan klaar en wachten op onze vrienden om in de koelte van de ochtend de eerste meters te maken. Het is 10.00 uur als we eindelijk vertrekken. Djaffar heeft nu nog zijn eigen auto, een Toyota. We moeten nog 400 kilometer door de woestijn om in Tammerasset te komen. Het meest zuidelijke dorpje in Algerije midden in de woestijnzee van de Sahara. We willen er voor het vallen van de duisternis zijn, maar dat gaat waarschijnlijk niet lukken.
De rit begint goed. Iedereen rijdt zijn eigen snelheid; de Noor moet hard rijden om zijn luchtgekoelde motor niet te laten oververhitten, de Ieren rijden door alsof de Discovery kapot moet en wij kunnen gewoon niet harder met de 40 jarige Land Rover. Na een half uur komen we de Ieren weer tegen. Een van de jongens is ziek, Con, hij wil achter in de Land Rover van ons liggen. Hij voelt zich slecht. Ik rijd dan met Dennis mee in de Discovery. We hebben allebei te weinig diesel om de oversteek te kunnen maken, laat staan als we extra lading meenemen. We vertrouwen Djaffar dat hij weet hoe we dit gaan redden.
Ik zit bij Dennis in zijn Discovery en om de 10 minuten wachten we op Leon. Dennis rijdt zijn auto helemaal kapot met zijn rijstijl. Hij knalt over de duinen, we gaan veel te hard. De Noor en de gids met zijn Toyota zijn alweer uit zicht verdwenen. Als wij weer stoppen om Leon bij te laten trekken, zien we ineens de Land Rover een andere route nemen. We draaien ons snel om en proberen de oude Land Rover met Leon aan het stuur en Con slapend achterin, bij te halen.
Dennis draait in het zand en als we in de sporen van Leon komen, breekt de V-snaar! Wat een lawaai. Daar sta je dan, helemaal alleen met een auto die het niet doet en Leon rijdt voortvarend de andere kant op. Hij verdwijnt uit zicht. We proberen de anderen te ontdekken, maar geen motor of gids te bekennen. Niets te zien. Wanhoop bekruipt mijn zenuwen.
Als ik mijzelf weer bij elkaar geraapt heb, besluiten we zelf de auto te repareren. Een andere Toyota met twee Algerijnen rijdt voorbij. Alleen al het voorbij rijden van een auto, midden in de woestijn geeft me moed. Na een tijdje komt de gids terugrijden. Hij kijkt een paar minuten onder de motorkap en repareert de V-snaar provisorisch. Een uur later rijden we weer, maar we zijn Leon en Con nu echt kwijt! Waar zijn ze? Hebben ze genoeg diesel? Ik heb eerst peentjes gezweet om mijzelf, maar daarna heb ik mij enorme zorgen gemaakt om Leon. Gaat dit goed komen?
Wij zijn door de diesel heen en zien in de verte een vrachtwagen, waar we 20 liter kunnen overnemen voor een ‘vriendenprijs’ , zoals dat in de woestijn gaat. Djaffar houdt ons nu angstvallig bij elkaar. Het trekken het plan om door te rijden tot Tammerasset, 300 kilometer verderop, daar meer diesel te halen en dan terug te rijden om Leon te zoeken.
Slapende de woestijn door
Rond 16.00 uur komen we een aantal smokkelaars tegen in Land Cruisers en Djaffar vraagt of ze een oude Land Rover gezien hebben. We krijgen positief antwoord. Ze rijden voor ons! Wat een opluchting! We rijden wat harder om ze in te halen. De Noor met zijn motor blaast er vandoor om Leon in te halen. Hij komt terug met slecht nieuws; Het is een andere Land Rover. De moed zakt in mijn schoenen. Ik kan alleen maar denken dat Leon met de Land Rover stil staat. God mag weten waar hij is, met een zieke passagier waar hij voor moet zorgen. Enige zekerheid is dat Leon de satelliet telefoon bij zich heeft en het GPS apparaat ( al heeft hij die nog niet gebruikt, omdat hij gelooft in kaart en kompas. Maar gaat dat helpen waar alleen maar zand op de kaart staat?).
We rijden verder naar waar het asfalt begint na uren rijden in het zand. Allerlei gedachten spoken door mijn hoofd. Als we dan bij de eerste meters van de bestrating komen, staat daar een Land Rover met Leon die een kop thee in zijn hand heeft. Wat een opluchting! Ik moet er gewoon van huilen! Ik omhels Leon en huil even uit. Het is duidelijk dat hij zich een stuk minder zorgen had gemaakt. Hij wist niet dat we gestrand waren. We hebben briefjes meegegeven aan alle voertuigen die voorbij kwamen, voor het geval ze Leon zouden tegen komen. Hij heeft er geen van ontvangen.
Con heeft het hele avontuur geslapen en alles gemist. Djaffar deed een gebedje en het was duidelijk dat hij opgelucht was dat zijn schaapjes weer bij elkaar waren.
Leon had het boek van Sahara Overland van Chris Scott erbij gepakt toen hij vermoedde dat hij iedereen kwijt was. In de woestijn route die we reden, stond een GPS coordinaat van het punt waar het asfalt weer begint. Dat heeft hij met veel vloeken en tieren in het GPS ingevoerd en alleen maar de pijl gevolgd, terwijl de Ier achterin lag te snurken.
Het asfalt is beroerd. We maken minder kilometers dan door de zandduinen rijden. Als de duisternis invalt bereiken we de stad Tammerasset. Wat een verademing om de stad in te rijden!
Kogels in de Sahara
We rijden met onze gids door de Sahara als de kogels fluitend onze voertuigen voorbij suizen. Waar zijn we beland?
Munroe hopping
De reisverhalen van Miles To Go brengen ons naar Schotse gastvrijheid en we gaan op zoek naar de wildkampeerplaatsen.